Eduard Wiiralt

Eduard Wiiralt, een naam die in de wereld van de kunstgeschiedenis met een vleugje mysterie en een snufje Baltische melancholie wordt geassocieerd, werd geboren op 20 maart 1898 in Sint-Petersburg. Maar zijn artistieke reis begon pas echt toen zijn familie naar Estland verhuisde, waar hij opgroeide in de schilderachtige stad Tartu. Wiiralt, een meester in de grafische kunst, studeerde aan de gerenommeerde kunstschool Pallas, waar hij onder leiding van Ado Vabbe en andere belangrijke kunstenaars uit zijn tijd zijn vaardigheden verfijnde. Zijn werken staan bekend om hun technische precisie en het vermogen om de menselijke psyche in al haar facetten weer te geven.

In de jaren 1920 trok Wiiralt naar Parijs, dat toen het bruisende hart van de kunstwereld was. Hier vond hij inspiratie in de levendige sfeer van de stad en de avant-gardistische stromingen die de kunstscene domineerden. Wiiralt was een stille waarnemer, die de Parijse bohème met een scherp oog en een fijn gevoel voor humor vastlegde. Zijn werken uit die tijd, zoals de beroemde etsen "Kabarett" en "Höllen", getuigen van zijn vermogen om het absurde en het groteske met bijna chirurgische precisie weer te geven. Ondanks zijn successen in Parijs bleef Wiiralt een bescheiden man, die liever in de schaduw van de grote meesters werkte dan in de schijnwerpers stond.

Interessant feit:

Wiiralt was niet alleen een begaafd kunstenaar, maar ook een gepassioneerde verzamelaar van eigenaardige objecten. In zijn appartement in Parijs zou hij een indrukwekkende verzameling antieke maskers en bizarre poppen hebben gehad, die hij meebracht van zijn reizen door Europa. Deze objecten dienden hem vaak als inspiratie voor zijn werken en weerspiegelen zijn fascinatie voor het griezelige en het onbekende. Een ander amusant detail uit zijn leven is dat Wiiralt naar verluidt een voorliefde had voor het dragen van sokken in ongepaste kleuren, wat hem onder zijn kunstenaarscollega's de bijnaam "De bonte sokkenman" opleverde.

Belangrijke kunstwerken & schilderijen van Eduard Wiiralt:

1. ""Kabarett"" (1931)
2. ""Höllen"" (1932)
3. ""Der Kopf eines alten Mannes"" (1928)
4. ""Die Bettler"" (1933)
5. ""Der Trinker"" (1933)
6. ""Die Madonna"" (1934)
7. ""Der Löwe"" (1937)
8. ""Die Tänzerin"" (1939)
9. ""Der Schrei"" (1942)
10. ""Die Stadt"" (1943)